Dikke mensen eten elke dag friet.Gespierde mensen sporten elke dag. Jochem kan niet voetballen. Vrouwen kunnen niet autorijden.Blonde mensen zijn dommer. Krantenbezorgers lezen geen kranten. De Surinaamse minister van Verkeer en Waterstaat is altijd te laat. Jongens houden van knokken. Met mensen in een rolstoel kun je geen gesprek voeren. Met Italianen doe ik geen zaken; allemaal maffia. Scholieren willen geen moeite doen voor een werkstuk. 

Vooroordelen zijn vaak niet waar en toch heeft iedereen vooroordelen. Ze komen ook regelmatig voor in gesprekken bij feestjes of op school. Het is belangrijk om er op te letten, want vooroordelen kunnen heel vervelende gevolgen hebben.

De persoon in kwestie staat buitenspel; het doet er helemaal niets meer toe wat hij of zij zegt of doet. Bovendien, vooroordelen kunnen zichzelf in sommige situaties ook bevestigen.

Een voorbeeld:

Mirjam kan aardig goed voetballen. Daarom vraagt ze aan haar moeder of ze op voetbal mag.
Haar moeder zegt: “Nee hoor, Mirjam, voetbal vind ik geen sport voor meisjes en bovendien vind ik het veel te ruw voor je!” Mirjam is erg teleurgesteld.
Een week later gaat de klas van Mirjam tijdens de gymles een potje voetballen. Vol goede moed, want ze heeft er zin in.
Deze keer mogen 2 jongens de partijen kiezen. De jongens kiezen eerst hun vriendjes, ook jongens. Waarom? Omdat ze zogenaamd goed kunnen voetballen en ze vinden ook dat meisjes er niets van kunnen. Mirjam vindt het niet leuk dat zij pas als een van de laatsten gekozen wordt.
Tijdens het partijtje spelen de jongens alleen maar naar elkaar over. Als Mirjam eens de bal krijgt, wordt er veel naar haar geschreeuwd: “Afspelen die bal, snel!” en “Zoooo, een meisje aan de bal!”. Ook de tegenstander schreeuwt: “Kom op jongens, pak die bal van haar af, ze kan er niets van!”. Dan krijgt ze een duw en valt op de grond……… 
Ze denkt terug aan de opmerking van haar moeder: “Het is veel te ruw.” 
Als Mirjam weer met beide benen op de grond staat, denkt ze bij zichzelf: “Kan ik dan echt niet zo goed voetballen? Is het echt zo ruw?” Ze begint te twijfelen. Als ze weer aan de bal komt, speelt ze hem maar snel weer af, want stel je voor dat ze weer valt! Dan zou haar moeder toch gelijk hebben en moest je die jongens dan weer horen! 

Zoals je gelezen hebt worden er dingen tegen Mirjam gezegd die ze vervelend vindt: Voetbal is geen sport voor meisjes. Voetbal is ruw. Later verandert dat: Mirjam kan niet voetballen. En Mirjam begint te twijfelen aan haar eigen kunnen. Zo zie je dat bepaalde opmerkingen pas later gevolgen kunnen hebben. En is het nu werkelijk zo dat meisjes niet kunnen voetballen? Is het werkelijk zo dat voetbal een ruwe sport is? Dit zijn vooroordelen.

Vooroordelen zijn nog geen discriminatie, maar kunnen er wel toe leiden. Wat discriminatie is, ga je nu zelf ontdekken. Klik op de laatste link in het kopje bronnen om meer te weten te komen over discriminatie. Dit is een filmpje en deze bekijken wij klassikaal. Als je hem nog een keer wil kijken, klik je de link aan in bronnen. 

 

Deze webquest gaat jullie helpen om de volgende doelen te behalen:

  • Na deze les kunnen de leerlingen de betekenis beschrijven van de volgende woorden: racisme, vooroordelen en Discriminatie.
  • Na deze les kennen de leerlingen verschillende symbolen/tekens die passen bij discriminatie en kunnen deze gebruiken om een eigen ontwerp te maken.
  • Na deze les hebben de leerlingen nagedacht over discriminatie en kunnen zij hun kennis verbeelden in een toneelstuk.

Maak jouw eigen website met JouwWeb